dinsdag 26 november 2013

Marinus van Goeree: 'De rivier' (1951)


Deze typische streekroman, die voor latere drukken werd herdoopt tot 'De wijde rivier', ontplooit zijn verhaal op en rond de Zuid-Hollandse eilanden in de Rijn-Maas-delta. Door de weergave van een heleboel scharniermomenten uit het leven van een flink aantal individuele polderbewoners krijgen we een onverbloemd beeld van het reilen en zeilen in het landelijke Nederland tijdens de eerste helft van de vorige eeuw. We spreken dan over een tijd van sociale ongelijkheid, waarin huwelijken eerst en vooral uit financiële overwegingen worden gesloten en de gewone man een harde en ongelijke strijd tegen de natuurelementen uitvecht. Daarbij komt nog dat de klassieke bronnen van inkomsten – traditionele ambachten, visvangst en landbouw – in hoge mate bedreigd worden door de oprukkende verstedelijking en industrialisering. Hierdoor is de snel verpauperende dorpsgemeenschap haast verplicht zich acuut aan te passen aan de nieuwe omstandigheden om niet in bittere armoede te verzinken. Het spreekt haast voor zich dat 'De rivier' een resem dieptragische menselijke lotgevallen aaneen rijgt.

En toch hebben we niet te maken met een door en door sombere roman. Onder het motto 'de rivier geeft en neemt', aanvaarden de protagonisten als vanzelfsprekend hun lot, en krabbelen ze na elke tegenslag telkens weer overeind. Hoewel parallel hieraan ook de auteur niet al te lang blijft stilstaan bij een zoveelste dramatische gebeurtenis, spreekt uit het boek een - hoewel impliciet - warm medevoelen voor zijn personages. Marinus van Goeree (1919-2004) profileert zich dan ook ten volle als volksschrijver die helemaal in de kraam past van de Arbeiderspers welke in een verzuilde samenleving vanuit socialistische hoek werd opgericht om literatuur op maat van de werkmens bij deze doelgroep te brengen. 'De rivier' leest erg vlot, bevat de nodige intriges, blijft op emotioneel vlak herkenbaar, en geeft een waarachtig inzicht in het leven zoals onze grootouders het nog gekend hebben. Voldoende reden om eens ergens een exemplaar op te duiken, medunkt.

donderdag 14 november 2013

Arthur van Schendel: 'Een zwerver verliefd' (1904)


Met zijn historische setting, thematische maatschappelijke ontsnappingsdrang en nadrukkelijke focus op het gevoelsleven vormt 'Een zwerver verliefd' in samenhang met opvolger 'Een zwerver verdwaald' (1907) een tweeledig pareltje van de Nederlandse neoromantiek. Hoofdpersonage Tamalone is een dromer die zijn inherent noodzakelijke keuze voor een leven in verbeelding en illusies zo goed als mogelijk tracht waar te maken in de harde realiteit. Zijn enige optie lijkt een zwervend bestaan dat hem, doorgaans te voet, naar de meest diverse uithoeken van een Middeleeuws Frankrijk, Spanje en Italië voert, en als rondtrekkend praatjesmaker zowel een heleboel vrienden als vijanden oplevert. Tamalone's consensuswereld wordt echter volledig op zijn kop gezet wanneer hij tegen wil en dank een onmogelijke liefde ontwikkelt voor de Italiaanse edeldame Mevena. Quasi onmiddellijk voorvoelt hij dat een noodlottige confrontatie met de door hem finaal verworpen werkelijkheid nu vroeg of laat onontkoombaar zal zijn. En gelijk heeft hij.

Hoewel we te maken hebben met een soepele en goed gestoffeerde plot, beweegt deze zich toch wat versluierd en mistig doorheen het verhaal dat daarentegen het innerlijke leven van de protagonisten volmondig op het voorplan schuift. Wat het boek er hierdoor uiteraard een tikkeltje bij inschiet aan vaart, wint het dan weer ruimschoots terug aan diepgang. Terwijl bijvoorbeeld uiterlijke persoonsbeschrijvingen tot een absoluut minimum beperkt blijven, ontleedt de auteur op romantisch poëtische wijze een veelheid aan gevoeligheden en psychologische gesteldheden die niet zelden gelinkt worden aan gedetailleerde analyses van de omringende natuur, tot op het bot. Opvallend is verder hoe haast op impressionistische wijze gebruik wordt gemaakt van het veranderlijk invallende zonlicht om de subtielste emotionele schakeringen op te roepen. Het moge duidelijk wezen dat sfeerschepping en gevoel glorieus triomferen over naakte feiten. We zijn er zelfs niet volkomen zeker van, maar vermoeden wel sterk dat het hele gebeuren zich afspeelt tegen de achtergrond van de laatste opwelling van de 12de eeuwse Investituurstrijd tussen paus Alexander III en keizer Frederik I (aka Roodbaard).

Aan het prille begin van zijn literaire carrière leverde Arthur van Schendel (1874-1946) met 'Een zwerver verliefd' al meteen een meesterwerk af. Het was een aanzet tot een rijkgevuld en gevarieerd oeuvre waarvan op zijn minst ook de eerder naturalistische Hollandse zeeromans en 'De wereld een dansfeest' (1938) de tand des tijds wisten te overleven.